Wat zijn - een kwart eeuw na dato - de gevolgen van de kernramp van Tsjernobyl op het dagelijks leven van de burgers, en de agrarische sector in het bijzonder, voor het getroffen Wit-Rusland? Het is een delicaat en actueel onderwerp omdat de discussie rondom de veiligheid van kernenergie weer hevig is opgelaaid sinds het ongeval in de Japanse kerncentrale van Fukushima in maart 2011. De kerncentrale van Tsjernobyl ontplofte in april 1986 en slingerde negen ton aan radioactieve stoffen de lucht in. De gifwolk waaide over de toenmalige Sovjet-Unie en Europa. De hulpverlening kwam traag op gang waardoor veel burgers blootgesteld werden aan de straling. Ze werden veelal ziek of overleden, met name het aantal kankerpatiënten nam sterk toe. Honderdduizenden mensen werden geëvacueerd en moesten na het kernongeval hun levens elders voortzetten. Hoewel het ongeval in Oekraïne plaatsvond werd buurland Wit-Rusland het zwaarst getroffen. Zeventig procent van de fall-out kwam daar terecht. Uit mijn onderzoek blijkt dat Wit-Rusland nog altijd gebukt gaat onder de kernramp van Tsjernobyl. Hoewel een wetenschappelijke consensus over het aantal slachtoffers ontbreekt, zijn de consequenties wel degelijk merkbaar. Vandaag de dag wonen er naar verluid nog twee miljoen Wit-Russen in besmet gebied. Grote stukken grond zijn onbewoonbaar voor de burgerbevolking en twintig procent van de landbouwgrond is onbruikbaar. De agrarische sector in het land gebonden aan strenge regels om de verdere verspreiding van straling te voorkomen.